8 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Effecten Corona crisis

De uitbraak van COVID-19 (Corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. De wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden. Voor de aanpak van COVID-19 kijken wij wat we, aanvullend op de landelijk maatregelen van het Rijk, kunnen doen. Dit raakt veel beleidsterreinen van onze organisatie.
De belangrijkste risico’s voor zover deze op dit moment zijn in te schatten zijn:

  • lagere opbrengsten toeristenbelasting, precariobelasting en havengelden
  • minder inkomsten door uitstel en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen,
  • minder aanvragen omgevingsvergunningen en daardoor minder legesopbrengsten.
  • lagere huurinkomsten gemeentelijke gebouwen doordat verenigingen en instellingen de huren niet kunnen blijven betalen doordat hun exploitatie is verslechterd of omdat de eigen inkomsten achter blijven.
  • extra kosten van 7 x 24 uurs opvang voor kinderen van ouders in cruciale beroepen.
  • geen volledige financiële compensatie vanuit het Rijk voor uitvoering van Rijksmaatregelen dan wel risico dat op onderdelen geen (volledige) financiële compensatie zal plaatsvinden vanuit het Rijk en sprake is van cruciale voorzieningen.
  • meerkosten jeugdhulp en Wmo
  • stijging kosten inkomensvoorzieningen
  • vertraging van werkzaamheden en overige ontwikkelingen waarmee besparingen zijn beoogd.

We streven naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming en hebben daarvoor de nodige interne maatregelen genomen.

Voor de jaarrekening 2019 komt op basis van de beschikbare gegevens over 2019 de ratio voor het weerstandsvermogen uit op een factor 5,9. Bij een factor 2 hoort de kwalificatie van uitstekend, wat betekent dat wij met de factor 5,9 een zeer hoog beschikbaar weerstandsvermogen hebben. In deze berekening is geen rekening gehouden met de voorgestelde toevoeging van € 2,7 miljoen vanuit de algemene reserve grondexploitatie. Met deze toevoegingen zou de ratio uitkomen op een factor 6,9.
Gelet op de huidige hoogte van het beschikbare weerstandsvermogen en de voorgestelde toevoeging vanuit de algemene reserve grondexploitatie zal het weerstandsvermogen toereikend zijn om deze risico’s af te dekken.

Het is reëel te veronderstellen dat de huidige situatie van invloed is op een aantal van de  geïnventariseerde risico’s. Dit zal vooral gelden voor de risico’s m.b.t. de gemeenschappelijke regelingen (Verbonden Partijen) en kosten in het sociaal domein. Voor de andere risico’s zal, voor zover er sprake is van enige impact, deze beperkt van aard zijn.
Gelet op de hoogte van het beschikbare weerstandsvermogen, zijn deze risico’s op te vangen binnen dit beschikbare weerstandsvermogen.