8 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden, waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit.

Incidentele weerstandscapaciteit
Incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Het zijn de direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. Alleen reserves die alternatief aanwendbaar zijn worden meegenomen. Specifieke bestemmingsreserves ter dekking van kapitaallasten rekenen we niet mee, omdat een onttrekking uit deze reserves direct van invloed is op de dekking van kosten in de exploitatie. Stille reserves worden eveneens niet meegenomen. Niet duidelijk is in hoeverre stille reserves op korte termijn liquide te maken zijn. In onderstaande tabel staan reserves waar geen claims op rusten.
 

Vrij besteedbaar 

Algemene reserve vaste buffer*

4.000.000

Algemene reserve vrij besteedbaar*

7.663.436

Reserve herstructurering openbaar groen

523.966

Reserve sociaal domein

386.735

Reserve volkshuisvesting

1.678.060

Onvoorzien

0

Totaal 

14.252.197   

*Bij de vaststelling van de nota Reserves en Voorzieningen 2019-2022 is besloten om de hoogte van de Algemene reserve vaste buffer af te stemmen op de benodigde weerstandscapaciteit. De stand van deze reserve is daarom in de jaarrekening verlaagd van € 5.500.000 naar € 4.000.000 (de berekende benodigde weerstandscapaciteit van de begroting 2020). Conform de nota Reserves en Voorzieningen was het doel de vrijval van € 1.500.000 toe te voegen aan de Algemene Reserve vrij besteedbaar. Als gevolg van het totale jaarrekeningresultaat 2019 kan deze toevoeging bij de resultaatbestemming niet plaatsvinden.

Structurele weerstandscapaciteit
Structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die eventueel aangeboord kunnen worden om tegenvallers op te vangen. De structurele weerstandscapaciteit betreft de mogelijkheid om vanuit een verhoging van belastingen en leges structurele risico’s op te vangen.

De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de maximale tarieven (artikel 12) te vergelijken met de gehanteerde tarieven. Het Ministerie publiceert de artikel 12 tarieven jaarlijks bij de mei circulaire van het gemeentefonds.  

De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is als volgt:

Soort 

WOZ-waarde dec-19

Tarief Dalfsen

Tarief art.12

Verschil in tarief

Onbenutte capaciteit

eigenaar woning

3.266.816.000

0,1102

0,1905

0,0803

2.623.000

eigenaar niet-woning

648.153.000

0,1711

0,1905

0,0194

126.000

gebruiker niet-woning

492.281.000

0,1699

0,1905

0,0206

101.000

Totaal

2.850.000

Bij het berekenen van de onbenutte belastingcapaciteit zijn wij uitgegaan van de getaxeerde waarden per 31 december 2019 voor woningen en niet-woningen. Het tarief artikel 12 status is afkomstig uit de mei circulaire 2019.

Het totale weerstandsvermogen 2019 ziet er als volgt uit:

Incidentele weerstandscapaciteit

14.252.197

Structurele weerstandscapaciteit

2.850.000

Totaal weerstandsvermogen

17.102.197