In de vorige paragraaf is weergegeven dat grondexploitaties risico’s met zich meebrengen. Deze mogelijke risico’s worden gedekt door een buffer; de algemene reserve grondexploitaties.
Om de omvang van de algemene reserve grondexploitaties (weerstandsvermogen) te bepalen werd in het verleden een statische methode gehanteerd. De methode hing af van de boekwaardes, de nog te maken kosten en de verwachte winst. In de nota reserves en voorzieningen (2016 - 2019) is deze methode vastgesteld. Het benodigde weerstandsvermogen wordt bepaald aan de hand van geïnventariseerde risico's (zie vorige paragraaf). Hierbij wordt er rekening mee gehouden dat bij winstgevende exploitaties de eerste 25% van de winst kan worden ingezet om de risico’s van deze exploitatie op te vangen.
Op basis van risicoafweging is een algemene reserve grondexploitaties van € 2,4 miljoen genoeg voor het afdekken van de risico. De algemene reserve grondexploitaties bedraagt ultimo 2019 € 4,8 miljoen (inclusief de verwerking van de tussentijdse winst). Dat betekent dat de reserve voldoende is om de risico's te dekken. Op basis van de huidige risico inschatting kan er een bedrag van € 2,4 miljoen vrijvallen. Bij de jaarrekening 2019 wordt hiervoor een voorstel gedaan.
Volgens deze gegevens kan het volgende verloop worden weergegeven voor de benodigde bijdrage vanuit/aan de algemene reserve vrij besteedbaar.
| 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Netto berekende risico/benodigde stand reserve | 1.988.000 | 2.713.000 | 2.311.000 | 2.400.000 |
Stand algemene reserve grondexploitatie | 3.589.486 | 7.190.000 | 3.570.000 | 4.787.000 |
Bijdrage reserve vrij besteedbaar | 1.601.486 | 4.477.000 | 1.259.000 | 2.387.000 |